Wij ontkrachten 3 mythes over slaap
Slaap is het magische medicijn. Het is van cruciaal belang voor je gezondheid en je prestaties. En hoewel er heel veel onderzoek wordt gedaan naar slaap, zijn er nog altijd veel wat misvattingen over een goede nachtrust. Wij hebben 3 mythes over slaap ontkracht.
Mythe 1: Iedereen heeft acht uur slaap nodig
Slaap is iets heel persoonlijks. De gemiddelde slaapcyclus is ongeveer 90 minuten lang, en mensen hebben per nacht gemiddeld vijf van deze 90-minuten durende slaapcycli – wat neerkomt op ongeveer 7.5 uur. Maar dat is het gemiddelde; het is heel goed mogelijk dat jij meer of juist minder slaap nodig hebt. En hoeveel slaap je nodig hebt, kan ook per nacht verschillen. Zo hebben veel vrouwen vlak voor ze ongesteld worden meer slaap nodig dan normaal, en minder nadat ze ongesteld zijn geweest. Er zijn ook mensen bij wie het circadiaanse ritme verandert met de seizoenen – ik heb zelf bijvoorbeeld in de wintermaanden meer slaap nodig dan in de zomermaanden. Het is eigenlijk jammer dat die acht uur slaap als de gouden standaard wordt beschouwd. Het kan namelijk stress veroorzaken bij mensen die moeite hebben met in slaap komen. Zij kruipen in bed met de gedachte: “Oké, als ik binnen nu en een half uur in slaap val dan kan ik nog acht uur slaap pakken.” En als ze dan niet kunnen slapen gaan ze erover stressen, want ze willen wel fit zijn de volgende dag. Die stress zorgt ervoor dat het nog lastiger wordt om in slaap te komen. Door die mythe van acht uur slaap los te laten, kun je wellicht op de lange termijn méér slaap pakken.
Mythe 2: Je kunt slaap inhalen
Je hebt vast weleens een nachtje doorgehaald en gedacht, “Oh, ik haal mijn slaap dit weekend wel in.” Maar het is bijna onmogelijk om slaap echt in te halen; het menselijk lichaam kan slechts een bepaalde tijd aan één stuk slapen. Met andere woorden, je lichaam heeft een limiet met betrekking tot hoeveel slaap het nodig heeft (wat dus voor iedereen anders is). En als je wel over die limiet heen gaat? Dan voel je je vaak nog slechter. Wat moet je dan wel doen als je een nacht slecht hebt geslapen? Wel, het is vooral de consistentie van je slaapritme waar je de meeste energie van krijgt en waar je je beter door voelt. Uit onderzoek blijkt dat het gemiddeld vier dagen duurt om te herstellen van één uur verloren slaap. Het gaat dus niet zozeer om hoeveel uur je slaapt, maar om het hervatten van je gebruikelijke slaaproutine. Kwestie van elke dag om dezelfde tijd naar bed gaan en om dezelfde tijd weer opstaan dus.
Mythe 3: Je moet altijd opstaan als je niet kunt slapen
De laatste van onze 3 mythes over slaap gaat om de misvatting dat als je plafonddienst hebt, je beter kunt opstaan. Dit kan soms werken: veel experts zeggen dat als je 20 minuten lang probeert om in slaap te vallen en het niet lukt, het kan helpen om even je slaapkamer uit te gaan en even rond te wandelen. Sommige mensen vatten dat verkeerd op en gaan letterlijk rennen, in de hoop dat ze hun lichaam moe genoeg maken om alsnog in slaap te vallen. Hoewel dagelijks bewegen heel belangrijk is voor een goede nachtrust, is het zeker niet aan te raden om actief te gaan doen als je in slaap wil komen. Om te kunnen slapen moet je lichaamstemperatuur namelijk dalen. Als je een workout gaat doen, stijgt je lichaamstemperatuur en duurt het dus veel langer voor die weer op het niveau is dat je kunt slapen. Daarbij maak je met sporten adrenaline aan, en dat helpt ook niet echt om in dromenland te komen. Conclusie: niet korter dan vier uur voor bedtijd sporten en zeker niet midden in de nacht gaan hardlopen als je niet kunt slapen.
Liefs,
Team FITSHE