Dit is het verschil tussen oplosbare en onoplosbare vezels
Vezels in je voeding zijn een voedingsbron voor de goede bacteriën in onze darmen. Ze spelen ook een grote rol bij je stoelgang doordat ze vocht aantrekken. Daarnaast wordt je verzadigd door vezelrijke voeding, waardoor je minder snakt naar ongezonde tussendoortjes! Be aware, er zijn verschillende soorten vezels en het kan een groot verschil maken voor je darmgezondheid.
Niet-oplosbare vezels
- Waar vind je deze vezels? In volkoren graanproducten zoals brood, crackers, ontbijtgranen, noten, lijnzaad, bonen en pasta
- Ze hebben een verzadigde werking
- Deze vezels zorgen ervoor dat je ontlasting de goede structuur krijgt
- Ze werken als een spons en ze nemen vocht op. Een te dunne ontlasting wordt dikker, te harde ontlasting wordt zacht.
Oplosbare vezels (ook wel prebiotica)
- Waar vind je deze vezels? In groente, fruit, aardappelen, peulvruchten, haver en sojabonen
- Deze vezels worden in de dikke darm door bacteriën afgebroken.
- Ze zijn minder belastend voor de darmen, de onoplosbare vezels prikkelen namelijk de darmwand en kan daarom bij sommige mensen zorgen voor klachten
- De ontlasting wordt soepel gehouden doordat de oplosbare vezels het in een soort slijmerige substantie veranderen. Het aanwezige vocht blijft in het voedsel en plakken daarmee de massa in de darmen samen, wat zorg voor een goede doorstroom. Dit bevordert de stoelgang!
Je lichaam heeft beide vezels nodig om goed te kunnen functioneren. Te veel vezels kunnen zorgen voor spijsverteringsproblemen, maar over het algemeen krijgen gezonde mensen hier geen last van. Vandaar dat er geen bovengrens is gesteld voor de inname van vezels. Mensen met een prikkelbare darmsyndroom (PDS) hebben vooral baat bij oplosbare vezels. Voedingsvezels zorgen voor een vermindering van buikpijn en onoplosbare vezels kunnen deze klachten juist verergeren.